Komende zondagmorgen gaat het in de Plantagekerk over ‘Verlangen naar het goede leven’. Ik preek over een uitspraak van Jezus die alles te maken heeft met dat goede leven:
Ik ben gekomen
om hun het leven te geven
in al zijn volheid.
Ik ben de goede herder.
Nu hangt er sinds ik in Zwolle woon een icoon op mijn werkkamer thuis. Ik kreeg het als afscheidskado van een zuster uit mijn vorige gemeente in Haarlem met wie ik intensief was opgetrokken nadat haar man zeer plotseling op de leeftijd van 46 jaar was overleden. Zij wilde iets van haar dankbaarheid voor onze pastorale contacten (waarin ik ook veel van haar ontving) tot uitdrukking brengen en bedacht een kado waarvan ze vermoedde dat ik het mooi zou vinden. En ik vond het mooi. Je ziet de icoon als afbeelding bij deze blogpost.
Het is een heel pastorale icoon. We zien Jezus afgebeeld als de goede herder. Een schaap op zijn schouder, door hem gered en nu verzorgd en bemind. Ook een boekrol in zijn hand, waarvan de betekenis volgens mij is dat we de zorg van Jezus als herder vooral ook ervaren door zijn woorden: de schapen luisteren naar zijn stem.
Nu associeerde ik ‘het goede leven’ niet allereerst met het beeld van de goede herder. De goede herder lijkt in veel mensenlevens pas in beeld te komen op het moment dat het leven juist niet goed is. Want het was beslist geen goede dag toen het verbijsterende bericht kwam dat de man van de weduwe die me deze icoon gaf volkomen onverwacht gestorven was. Ik weet het nog als de dag van gisteren. En ik zie en voel nog wat er gebeurde toen de twee jongste kinderen (toen 14 en 12 jaar) thuis kwamen uit school (ik was inmiddels bij de familie thuis) en toen we ze moesten vertellen dat hun vader gestorven was. Dat had met het goede leve maar heel weinig te maken. Het was hartverscheurend.
En toch ontvingen we in die ellendige dagen en de tijd die erop volgde ook heel veel genade en goedheid in de vorm van troost, liefde en verbondenheid. En dat wordt voor mij altijd weer wakker geroepen als ik kijk naar deze icoon.
Tot nu toe heb ik in mijn voorbereidingen rond het gemeentethema ‘Verlangen naar het hoede leven’ in elk geval dit al geleerd: het goede leven vind ik bij de goede herder. Zeker, het goede leven is ook: genieten van wat mooi is in de schepping, genieten van een goed glas wijn, merken dat menselijke verbondenheid zo kostbaar is, op je rug liggen en naar de hemel kijken op een mooie lentedag. Het goede leven heeft zeker ook te maken met de kunst van het leven, met levenskunst.
Maar nu ik dat goede leven verbind met de icoon van de goede herder, merk ik dat dit wel het allerwezenlijkst is: dat ik het goede leven leer vinden bij de goede herder. En opeens is Psalm 23 een Psalm die gaat over verlangen naar het goede leven.
En de woorden van Jezus ‘Ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid’ krijgen ook weer contact met hun directe context waarin Jezus spreekt over zijn herderschap: “De schapen luisteren naar zijn stem, hij roept zijn eigen schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten. Wanneer hij al zijn schapen naar buiten gebracht heeft, loopt hij voor ze uit en de schapen volgen hem omdat ze zijn stem kennen. (…) Ik ben de deur: wanneer iemand door mij binnenkomt zal hij gered worden; hij zal in en uit lopen, en hij zal weidegrond vinden.”
Het goede leven is dat je in en uitloopt bij Jezus, dat je je door hem laat meenemen, dat je luistert naar zijn stem. Het goede leven is het slot van Psalm 23 (maar de rest doet net zo goed mee):
Geluk en genade volgen mij
alle dagen van mijn leven,
ik keer terug in het huis van de HEER
tot in lengte van dagen.